- omdraaien
- {{omdraaien}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [een draai maken om] turn (round)2 [om zijn as draaien] turn (round) ⇒ revolve, rotate3 [omkeren] turn back/round ⇒ 〈windwijzer ook〉 swing round4 [figuurlijk] [van mening veranderen] swing /shift/switch round♦voorbeelden:1 de brandweerauto draaide de hoek om • the fire engine turned the cornerII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [van stand/richting doen veranderen] turn (round) ⇒ turn over2 [met betrekking tot situaties] reverse ⇒ swing/shift round♦voorbeelden:1 iemands arm omdraaien • twist someone's armhet contact(sleuteltje) omdraaien • turn the ignition keyzich omdraaien • turn/roll over (on one's side)2 de volgorde omdraaien • reverse the orderde zaak omdraaien • twist/turn things round
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.