omdraaien

omdraaien
{{omdraaien}}{{/term}}
I 〈onovergankelijk werkwoord〉
[een draai maken om] turn (round)
[om zijn as draaien] turn (round)revolve, rotate
[omkeren] turn back/round〈windwijzer ook〉 swing round
[figuurlijk] [van mening veranderen] swing /shift/switch round
voorbeelden:
1   de brandweerauto draaide de hoek om the fire engine turned the corner
II 〈overgankelijk werkwoord〉
[van stand/richting doen veranderen] turn (round)turn over
[met betrekking tot situaties] reverseswing/shift round
voorbeelden:
1   iemands arm omdraaien twist someone's arm
     het contact(sleuteltje) omdraaien turn the ignition key
     zich omdraaien turn/roll over (on one's side)
2   de volgorde omdraaien reverse the order
     de zaak omdraaien twist/turn things round

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.

Игры ⚽ Нужна курсовая?

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”